Ik sprak laatst een kunstenaar,
licht ongedwongen, zomaar op straat,
we kwamen aan de praat over penseelstreken,
zoals dat dan zo ineens ontstaat.

Over de contouren van meesterschap,
in een werkplaats of aan een bureau
we spraken over de vlakering van het doek,
vergeleken Sfumato en Chiaroscuro.

Ik was nogal nieuwsgierig en vroeg hem vrij direct,
“Wat maakt nou kunst, wat geeft het zijn waarde”.
Een stilte volgde, een frons, grijns,
waarna hij een ogenblik uit mijn ogen staarde.

“De kunst”, zo sprak hij,
“ is niet meer dan een luchtbel,
waardoor de werkelijkheid vertekend.
Soms wat vluchtig, maar mits kundig vastgelegd,
iets – wat voor een ander – de wereld betekent”.

Mijn onvermogen te begrijpen
wat hij eigenlijk wilde zeggen;
werd in mijn gelaat zichtbaar,
en liet hem uitleggen:

voor de een een zepen bol,
die zijn schijnsel slechts kort laat zien
Voor de ander een goed gevormde robijn,
die hij kan vatten, misschien..

De uitwerking van een concept
een beeld dat al langer voor ogen was
of het grijpen van een idee,
dat ontstond zopas”.

“Zojuist, of was u kunstig met taal?
en was dit iets wat ik niet begreep.
Maar het begon mij te dagen
wat hij mij daar net vertelde.

Kunst kan persoonlijk zijn
het komt soms heel dichtbij.
kunst is als een gesprek
zomaar ongedwongen op straat
kunst is als een gesprek
met een kunstenaar die niet bestaat.

Wilco van Doorn
Voorgedragen 28 september voor de opening van de kunstroute-expositie 2024.