Theater

Ik ga naar het theater en neem mee:

Mijzelf, een goed bedoelde mening,

Ik koop ter plekke wel wat zouts of zoets,

Misschien een extreem hoge hoed

Om degene achter mij te plagen.

Nee, laten we het daar maar niet op wagen.

Gelach, getraan,

De eenvoud van het spel spreekt het meervoud aan.

Verder veel blablabla en muziek, ik knik mijn hoofd,

Stoot mijn buurman aan;

Ik zit op het puntje van mijn stoel, helemaal vooraan.

Ik durf het haast niet te denken, maar:

Wat moet een publiek zonder een

Theatraal bestaan?

Willemijn Reijmes-Hannessen